Lopende tussen de bedjes van zuigelingen zag ik
dat ze allen recht gingen zitten,
in koor riepen ze "Ongekende lees ons het sprookje voor uit je
onzichtbare boek".
Ik kijk in mijn hand en las voor:
Nieuw leven.
Zie, de eigenschappen van twee wezens verenigd, schenk ik u, opdat
Gij beter past in uw nieuwe omgeving,
deze eigenschappen die mede hun stempel drukken in wat zal zijn,
en positief is voor uw levensomstandigheden,
wanneer Gij mijn wetmatigheden respecteert en toegepast,
bewust of onbewust.
Het Is niet de mens die kennis heeft van mijn mogelijkheden.
Alles waarmee hij manipuleert is door mij gegeven.
Zijn wetenschappelijk onderzoek is graven in mijn "verleden", mijn
eeuwige Nu.
De evolutieve vooruitgang ligt in mijn "onbewuste", voor
miljarden jaren vooruit te rusten, zolang er tijd zal zijn.
Zie, ik zeg u, het is mij niet te ontnemen voor de dag dat ik het
aan uw oog vermag te tonen.
Want Uwer 'weten' is onafscheidelijk aan mijn 'onwetendheid' verbonden.
Zoals Uw schijnbare vrijheid ontspringt aan mijn verdeeldheid,
die slechts rijkt tot de in mijn uiterlijke verschijning verstrijkende
tijd.
Zo ook ontspringt de ellende aan uw onzorgvuldig toegepast 'weten'.
Dat mogelijk tot Uwer vervroegd einde leidt.
Daarna werd ik wakker en heb heel lang nagedacht over dit "sprookje"
Thl Auteursrechten voorbehouden volgens
de wet.