3 Een mogelijk menselijke oorsprong
*** Een visie de Thl
Lang bleef ik niet in deze toestand, daar was geen tijd voor. Een
licht gezoen deed me omkijken en achter me uit de geopende muur kwamen
drie reusachtige, eenvoudig doch sierlijk geklede figuren op me af.
Ze deden me denken aan elfen uit sprookjes, maar dan in wat overmaatse
afmetingen. Ik stond midden op de doorgang, en leek even door de grond
te zakken. Ze spraken voor mij onverstaanbaar met elkaar en maakten
gebaren naar het water alsof ze mij helemaal niet zagen. Ik wilde
me snel uit de voeten maken, maar kreeg van schrik geen voet in beweging,
een botsing was niet te vermijden.
Plotseling werd het violet rosé-rood voor de ogen, het was als of
ik door een sneeuwwolk van kleuren ging, kleine vlokjes van allerlei
vorm en kleur. Een gevoel van welzijn ging tevens door me heen, iets
zoals wanneer je zomaar om niets, plotseling geluk kunt voelen, kijkend
naar een simpele bloem waar je voor zit te dromen. Het geluk duurde
maar één pas. De kleur flinters werden kleiner en doorlichtender en
ik zag de wezens die me voorbij waren gegaan achter me lopen in de
richting van het water, Met nog trillende benen, besloot ik ze te
volgen.
Wat kon me gebeuren, voor hen was ik schijnbaar onzichtbaar! Ondanks
mijn verbazing over het gebeurde was ik heel blij en vooral gerust
gesteld. Naar gelang ik langs een kronkelpad afdaalde naar het water,
rees de heerlijke geur van een weelderige plantengroei der prieeltjes
langs me op. Het was de ronding van de stad die nu van uit een andere
hoek zichtbaar werd. Een naar achter wijkende zee van bloemen en planten
opgaande paden en prieeltjes in een grote bocht verdwijnend in de
verte van het park. De drie wezens bleken een wandeling te maken en
al volgend genoot ik van de natuur, mijn oren hadden hun handen vol
om alle deuntjes van vogels te volgen, ook kleine gronddieren liepen
rustig en onverstoorbaar over het pad.
Vvrrrrt. Daar vloog een vogel door me heen terwijl ik hem wilde ontwijken
en stoorde mijn gedachten even met een spoor van kleurrijke vlokjes
in vele vormen en kleuren die als een sneltrein door me heen gingen.
Langzaam aan begon ik me wat moe te voelen, het lopen leek meer inspanning
te vragen dan normaal. Wat verder weg begon zich een gebouw af te
tekenen in het park dat nu langzaam overging in een bos. Boven de
bomen rijzen reusachtige muren op met een ronde welvende vorm een
eind verderop verbonden door een muur met een tweede welving, deze
kregen wat hoger de vorm van een toren. Helemaal bovenaan daarop schitterden
twee grote glanzende bollen, die als koepels over de torens stonden.
Na nog een tijdje lopen alsof er lood in m'n schoenen zat, stonden
we voor een hoge gladde muur.
Een van de drie wezens deed een grote opening in de muur ontstaan
en ze liepen naar binnen, ik wilde volgen, maar de deur sloot zich
al en ik liep er tegen aan half in de ingang. Een grijze mist trok
door me heen, en even daarna was ik in een grote diffuus verlichtte
hal en zag nog juist de drie wezens door een zich weer sluitende opening
in de wand verdwijnen. Op de wand was gelukkig een teken zichtbaar,
drie pijltjes die naar boven wezen.
Thl540719auteursrechten voorbehouden
volgens de w