Gods redding

7 kortste verhalen

van Thl

Gods redding.***

Tussen duizenden sterren in de nabije ruimte van de aarde drong geklaag en wenen door tot Schepper Zeven in Een Essentie, door de moderne mens uit zich verdreven als vijandig psyché en zich verdeelde tussen de oerelementen en door de noodkreten zich hieruit wederom samen pakte. Als een gigantische reus zweefde het richting aarde.
Een nostalgische ervaring maakte zich van hem meester uit de tijd dat de Zeven het zonnestelsel vormde en het paradijs aarde maakten, om zich er daarna als mensen te vestigen in de stof. In de verte zag de reus de planeet Aarde naderen, een grijsblauwe planeet met zijn eromheen cirkelende begeleider de maan. Het geluid van geween en geklaag werden hartverscheurend luid.
Toen de aarde hem naderde met grote snelheid ving hij haar handig op tussen wijsvinger en duim om een kijkje te nemen wat er loos kon zijn. Met zijn linker wijsvinger verplaatste hij een dikke donkere wolk om beneden het oppervlak te kunnen bekijken. Hij schrok toen hij zag hoe horden wezens met vuurballen naar elkaar gooiden, maar kreeg weinig tijd om alles te overzien.
Een sterk prikkelende geur uit de verplaatste wolk deed hem ont zettend niesen. Doordat er een pijn als van honderden doorborende messen door zijn hand gingen draaide hij zijn hoofd tijdens de niesbui niet van de aarde weg, maar smeet de vreemdsoortige voorwerpen die zijn hand doorboorden de ruimte in. Meteen zag hij de gevolgen van zijn niesbui een gigantisch gat in de dampkring was het gevolg, de aardse oceanen hoopten zich op tot ongekend hoogten en overspoelde de continenten en hij zag dat de vuurballen daaronder doofden en dat alles schoongeveegd werd door het woeste water.
Door de druk van zijn niesbui was hij genoodzaakt de aarde steviger tussen zijn vingers te klemmen om deze in haar baan te houden waardoor het magma via alle vulkaanmonden omhoog spoot als lichtende fonijnen en de aarde met gloeiend lava overspoelden, gedeeltelijk gedoofd door het watergeweld.
Het gat in de aardatmosfeer vulde zich met stoom en stenen. Er drong geen geklaag mee door tot Schepper Zeven in Een Essentie en zijn reusachtige gestalte loste op in de eeuwige stilten tussen de oerelementen van het eens onafzienbare heelal.
Thl442012auteursrechten voorbehouden volgens de wet

Home